Het plastic tasje

Een paar jaar geleden las ik een artikel in het Algemeen Dagblad en tot de dag van vandaag schiet dit verhaal af en toe nog door mijn hoofd. Nu met corona is het weer boven komen drijven, dus ik vertel je dit bijzondere verhaal graag. En dan de versie zoals ik het onthouden heb ?.

De Pelgrimsroute

‘Vroeger’ toen het leven nog ‘normaal’ was, liepen veel mensen de pelgrimsroute. Een tocht van 800 kilometer van het zuidoosten van Frankrijk naar Santiago de Compostella in het noordwesten van Spanje.

Dit verhaal gaat over een andere route. De vertelster van dit verhaal liep niet naar Santiago de Compostella. Nee zij liep over de Chinese muur. Ook dat is een pelgrimsroute en deze route schijnt ruimschoots voorzien te zijn van overnachtingsmogelijkheden. Als je moe bent en/of wilt slapen dan ga je van de Chinese muur af en dan is er onderaan iedere trap een tempeltje. In die tempeltjes kan je slapen en dan ga je de volgende dag weer fris en fruitig verder.

De Nederlandse vertelster ontmoette tijdens haar tocht een Chinese vrouw die hetzelfde tempo aanhield. Ze stopten ook een paar keer op hetzelfde moment om te overnachten en de beslissing was dus al snel gemaakt. Zij zouden samen oplopen.

De hutkoffer en het plastic tasje

Zoals een echte westerling betaamt, had de Nederlandse vrouw een enorme rugzak bij zich. Want ja, ze was op alles voorbereid. Op een bepaald moment bekeek ze haar Chinese metgezel eens goed en toen zag ze dat die vrouw niet meer bij zich had dan een plastic tasje.  Het was nog een klein plastic tasje ook (zo’n tasje dat we ‘vroeger’ bij de boekhandel kregen als we een boek hadden gekocht). En het tasje zat absoluut niet vol.

Hoe kon dat? Wat wist die Chinese vrouw wat zij niet wist? De Nederlandse vrouw had er nooit zo op gelet, maar in de slaaptempeltjes was er altijd een hoek waar spullen lagen. Spullen die andere pelgrims achter hadden gelaten en die door nieuwe bezoekers gebruikt konden worden. Had je een haak aan je nagel, dan vond je in zo’n hoekje vast een nagelschaartje of anders een gewone schaar. Had je het koud, dan lag er vast een dekentje. Of een dikke broek of jas. Wilde je wassen, er lag vast een stuk zeep of zelfs een fles wasmiddel.

Kortom: je had helemaal niet zo veel van jezelf nodig. Wat je maar nodig kon hebben lag voor het grijpen in die achtergelaten-spullen-hoekjes in de tempels. De Chinese vrouw maakte daar gretig gebruik van en de Nederlandse vrouw zag hoe idioot het was dat zij alles maar meesleepte. Ze liet vanaf dat moment meer en meer achter en haar rugzak werd lichter en lichter. En haar tocht werd zo ook steeds makkelijker.

Ik ga op reis en neem mee

Ondertussen raakte de Nederlandse vrouw gefascineerd door het plastic tasje en vroeg ze zich af wat de Chinese vrouw dan WEL met zich meedroeg. Want ze had dag in dag uit het plastic tasje bij zich. Volgens mij heeft de Nederlandse vrouw dat nooit ontdekt, maar haar vraag heeft mij ook aan het denken gezet.

Zeker in tijden van corona. Het blijkt dat we met veel minder toe kunnen dan we dachten. Wat heb je nu echt per se nodig, bijvoorbeeld op een pelgrimstocht? Ik zou zeggen: ik trek wandelschoenen, sokken en ondergoed aan. Met als bovenkleding een afritsbroek (dat zijn dus meteen 3 broeken, kort, lang en een driekwartbroek), shirtje, fleecetrui en een regenjasje.

Voor het plastic tasje heb ik wel een paar ideeën:

  • Ik zou mijn eigen ondergoed willen. Dus een paar slipjes, sokken en een reserve bh. Dat hoeft niet veel te zijn, want je kunt wassen. De gewassen spulletjes kunnen in het ergste geval onderweg drogen. (Heb ik meteen al beeld bij: ‘Mevrouw er hangt een onderbroek en een bh buiten uw tas’. ‘Ja, klopt, heb ik vanmorgen gewassen en moet nu nog even drogen’. ‘Oké, uh, ja, goed, prettige reis verder.’)
  • Ik zou mijn eigen borstel voor mijn haren willen.
  • Mijn eigen tandenborstel.
  • Geld en bankpassen.
  • Mijn telefoon (+ oplader).
  • Mijn e-reader (+ oplader).
  • Mijn paspoort.
  • 1 set extra kleding. Broek, shirtje en fleecetrui. Wat ook kan dienen als pyjama.
  • Zakelijk gezien zou ik natuurlijk ook mijn laptop mee willen nemen (+ oplader).

En dan zit een klein plastic tasje al bomvol, eigenlijk moet ook hier nog flink wat van weg. Toch mijn set extra kleding maar niet meenemen? En alles wat ik verder nodig heb hoop ik dan in de slaapplaatsen te vinden.

Consuminderen

Ondertussen trek ik deze vragen ook door naar mijn leven nu. Wat heb ik echt nodig? Privé, maar vooral ook zakelijk. Privé is makkelijk, in het ergste geval is mijn lijstje van hierboven genoeg. Voor de rest zal ik er dan op moeten vertrouwen dat ik spullen ga vinden op het moment dat ik ze nodig heb. Of dat ik even kan wachten, zodat ik misschien morgen vind wat ik nodig heb.

Zakelijk is het een stuk ingewikkelder. Of eigenlijk ook niet, met een laptop (en oplader!) kom ik al een heel eind. Belangrijker is welke basis ik onder mijn onderneming moet leggen, want als de basis niet goed is dan valt het hele kaartenhuis om. Ik heb er een boek over geschreven ‘De Online Business Bouwer Methode’. Wat heb je nodig om een online onderneming te bouwen en daar een stevig fundament onder te leggen? Ik leg het je helemaal uit in mijn gratis e-book (mind you, het is qua formaat een echt boek). Doe er je voordeel mee en download hier: De Online Business Bouwer Methode.

Geniet van je dag.
Liesbeth

1 gedachte over “Het plastic tasje”

  1. Spreekt enorm aan. Beeldend geschreven. Heb al gelachen?…….‘kZie het helemaal voor me.
    Wat goed dat je boek af is. Ik ben reuze benieuwd!?!

    Beantwoorden

Plaats een reactie